|
Iedere middag gingen we zwemmen. Zonder badmeester. En ook van de duikplank.
En plat, want dat ging hard omdat we crawl konden. En als de juf keek, achterover,
want dat was moeilijk en dan maakte je vanzelf een salto in het water omdat
je zo rond was dat je dat niet tegen kon houden ook al kreeg je water in
je neus en schampte je soms langs de wand van het zwembad, maar dat zag
ze allemaal niet. Dus maakten we ook salto's voorover, in de lucht, want
dat kon ze wel zien. En dan lachte ze, terwijl je wist dat het niet goed
was want je voorhoofd of je buik of je rug deed zo pijn dat je eigenlijk
wilde huilen, maar omdat zij lachte, deed je ook je best om te lachen.
|